Grensstreek ziet windjoekels in Duits Reichswald niet zitten

In 2017 stuitten de plannen om windmolens te bouwen op fel protest van omwonenden en milieuorganisaties. Na jaren van debat werden de plannen van tafel geveegd. Maar nu is het weer zover, verzucht John Tampoebolon, voorzitter van Tegenwind in het Reichswald, een actiegroep tegen de windmolens. Omdat Duitsland haar milieuregels versoepelde voor een snellere energietransitie, mogen windmolens nu dichterbij huizen en beschermde natuur staan.

Die kans grijpt de Duitse projectontwikkelaar ABO Wind weer met beide handen aan. Als het aan het energiebedrijf ligt, kijken vooral Nederlandse inwoners binnen enkele jaren tegen de Duitse gevaartes aan op de Kartenspielerweg, enkele kilometers van Groesbeek en Grafwegen.

Toch is het nog onzeker of de windmolens er daadwerkelijk komen. Het bos kan worden genomineerd om tot nationaal park te worden gedoopt. En in een nationaal park mogen geen windmolens worden gebouwd.

Op 23 april bespreekt het provinciebestuur van Kleve of het bos aan de Nederlandse grens zich mag nomineren voor de race om het tweede nationaal park te worden van de deelstaat, naast de Eifel. Als dat zo is, kan ABO Wind haar windmolenplan in de prullenbak gooien.

De kans dat dit gaat lukken is 50/50 door verdeeldheid onder Duitse politici, denkt Tampoebolon. Eerder dit jaar stemde een meerderheid van de gemeente Kranenburg, die uitkijkt op het Reichswald, tegen het nationaal park.

“Je kunt de windmolens niet op de parkeerplaats van de Aldi zetten, maar een natuurgebied is een ander uiterste”, vindt de oprichter van de actiegroep. “Natuurlijk moet er een omslag komen in ons energiegebruik. maar een bos rooien voor duurzame energie is niet duurzaam, dat snapt elk weldenkend mens."

Eerder lieten ook de staatspresident Thomas Schürmann en milieuminister van de deelstaat, Oliver Krischer, zich kritisch uit over de plannen om uitgerekend in een bos een windpark aan te leggen.

Het zwaard van Damocles hangt boven de hoofden van vogels en vleermuizen in het Reichswald. Vogels worden in tweeën gehakt, verliezen vleugels om vervolgens dood neer te vallen onderaan de voet van de windmolens, weet dierecoloog aan de Wageningen Universiteit, Ralph Buij.

“Vogels, zoals buizerd en merels, maar ook vleermuizen vliegen vaak tegen windmolens aan. Dat betekent vaak hun dood”, weet de onderzoeker. Ook wennen ze niet aan de aanwezigheid van de turbines. Dat maakt de toekomst van de deze dierenfamilies in het Reichswald onzeker.

En juist in bossen broeden veel kwetsbare roofvogels, weet hij. Zoals de beschermde, grote oehoe in het Reichswald. De keus om de windmolens middenin het bos te plaatsen, begrijpt Buij dan ook niet.

De gemeente Berg en Dal pleit voor de komst van het nationaal park. Het is goed voor de biodiversiteit en recreatie voor inwoners, weet een woordvoerder. Ook Duitse en Nederlandse natuurorganisaties - Duitse natuurvereniging NABU, Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer – ballen per brief een vuist voor de komst van het nationaal park, dat goed zou zijn voor zowel de Duitse als Nederlandse omliggende natuur.

Dat is slecht nieuws voor de plannen van ABO Wind. Desondanks gaat ABO Wind door met de bouwplannen die al zo’n tien jaar op de plank liggen, laat het bedrijf weten. Mocht de nominatie tot nationaal park niet doorgaan, dan komt Tegenwind met een petitie tegen de windmolens, zoals in 2017. “Dat kan dienen als pressiemiddel om beslissingen terug te draaien”, aldus de oprichter.

Op 23 april om 16.00 uur wordt in een openbare vergadering besloten of het Reichswald zich gaat nomineren tot Nationaal Park.